Er moet bijvoorbeeld sprake zijn van betrouwbaarheid en vertrouwen bij online interactie met de overheid, er moet op grote schaal toegang tot online diensten komen zodat er geen digitale kloof ontstaat, er moet interoperabiliteit zijn voor de uitwisseling van informatie over organisatorische en nationale grenzen heen en er moeten vorderingen worden geboekt bij pan-Europese diensten die mobiliteit in de interne markt en het Europees burgerschap ondersteunen.
Dazu gehören Fragen wie das Vertrauen in Online-Transaktionen mit Behörden, der breite Zugang zu den über das Netz angebotenen Diensten, um die Bildung einer digitalen Kluft zu verhindern, die Interoperabilität für einen reibungslosen Informationsaustausch über Organisations- und Landesgrenzen hinweg oder auch die Weiterentwicklung europaweiter Dienste zur Förderung der Mobilität im Binnenmarkt und der Unionsbürgerschaft.