ii ) de meerderheid van de stemrechten is in het bezit van natuurlijke personen of controlerende vennootschappen die ten minste voldoen aan de voorwaarden van de artikelen 3 tot en met 19 , met uitzondering van artikel 11 , lid 1 , sub b ) ; de Lid-Staten mogen bepalen dat deze natuurlijke personen of controlerende vennootschappen ook moeten zijn toegelaten .
ii) Die Mehrheit der Stimmrechte ist im Besitz von natürlichen Personen oder Prüfungsgesellschaften, die mindestens die in den Artikeln 3 bis 19 genannten Voraussetzungen, mit Ausnahme derer des Artikels 11 Absatz 1 Buchstabe b), erfuellen ; die Mitgliedstaaten können vorsehen, daß diese natürlichen Personen oder Prüfungsgesellschaften ebenfalls zugelassen sein müssen.