7. wijst er met klem op dat het van wezenlijk belang is de Zuid-Zuid-handel te ontwikkelen, daar deze slechts 6 procent van de handelsbetrekkingen vormt, en derhalve de Overeenkomst van Agadir ruimer toe te passen. Vestigt de aandacht op het feit dat het in het belang van deze landen is om hun betrekkingen en hun handel te intensiveren zodat ze een verenigd en sterk economisch gebied vormen dat aantrekkelijk is voor investeerders en dat de belangen van de regio kan verdedigen en de ontwikkeling ervan stimuleren
; benadrukt dat de UMZ het gemakkelijker moet maken te reageren op verzoeken om technische en financiële bijstand met het oog op
...[+++] de bevordering van de economische Zuid-Zuidintegratie; is van mening dat uitbreiding en vereenvoudiging van de pan-Euromediterrane oorsprongscumulatie zou kunnen bijdragen tot verwezenlijking hiervan; 7. weist nachdrücklich auf die Notwendigkeit hin, den Süd-Süd-Handel auszubauen, der bislang lediglich 6 % des Handelsverkehrs ausmacht, und damit zur Ausweitung des Agadir-Abkommens beizutragen; erinnert an das Interesse dieser Länder an einer Intensivierung ihrer Beziehungen und ihres Handels untereinander, um einen geeinten, starken und für Investoren attraktiven Wirtschaftsraum zu schaffen, der es ermöglicht, die Interessen der Region zu verteidigen und die Bemühungen um ihre Entwicklung zu vers
tärken; unterstreicht, dass die Union für das Mittelmeer eine einfachere Bescheidung auf Anträge auf technische und finanzielle Unterstützu
...[+++]ng ermöglichen muss, um die Süd-Süd-Wirtschaftsintegration zu fördern; ist der Ansicht, dass die Ausweitung der Vereinfachung der europaweiten Ursprungskumulierung dabei helfen könnte; 
