2. Indien een lidstaat voor geen van de in deel A.II van bijlage I vermelde subcategorieën voorste
llen voor projecten overeenkomstig artikel 5, lid 3, bij de EIB kan indienen die aan de desbetreffende drempelwaarden voldoen, mag deze lidstaat voorstellen voor projecten indienen die de desbetreffende drempelwaarden voor de betrokken subcatego
rieën niet halen en zullen deze in afwijking van lid 1 voor financiering in aanmerking worde
...[+++]n genomen.
(2) Ist ein Mitgliedstaat nicht in der Lage, der EIB gemäß Artikel 5 Absatz 3 Vorschläge für Projekte zu unterbreiten, die die geltenden Schwellenwerte einhalten und unter eine der Unterkategorien gemäß Anhang I Teil A.II fallen, so kann dieser Mitgliedstaat Vorschläge für Projekte unterhalb der Schwellenwerte, die unter eine der betroffenen Unterkategorien fallen, unterbreiten, welche abweichend von Absatz 1 als förderfähig erachtet werden.