19. betreurt dat de criteria voor het lidmaatschap van de UNHRC, zoals die zijn vastgelegd in Resolutie 60/251 van de Algemene Vergadering, weliswaar volledige
samenwerking met de UNHCR impliceren, maar dat de gangbare praktijk van vrijwillige toezeggingen tot dusver zeer uiteenlopende en ontoereikende resultaten heeft opgeleverd; herhaalt dan ook dat voor alle leden als minimumnorm voor lidmaatschap dient te gelden dat zij effectief permanente uitnodigingen voor de instelling van speciale procedures moeten hebben uitstaan, en daarnaast moeten kunnen aantonen dat zij zich consistent voor de mensenrechten hebben ingezet; onderstreept da
...[+++]t bij verkiezingen een volstrekt gelijk speelveld als norm moet gelden; pleit ervoor dat regionale groeperingen niet meer de mogelijkheid mogen hebben om een vooraf vastgestelde kandidatenlijst voor het UNHRC- lidmaatschap in te dienen; 19. bedauert, dass die Mitgliedschaftskriterien des Menschenrechtsrates der Vereinten Nationen gemäß der Resolution A/RES/60/251 der Generalversammlung zwar eine uneingeschränkte Zusammenarbeit mit dem Gremium vorsehen, dass die gegenwärtige Praxis freiwilliger Zusagen jedoch nur ausgesprochen ungleiche und unangemessene Ergebnisse gezeitigt hat; bekräftigt deshalb erneut, dass als Mindestbedingung für eine Mitgliedschaft allen Mitgliedern wirksame ständige Einladungen
zu Sonderverfahren vorliegen sollten, zuzüglich zu zuverlässigen Nachweisen ihres Einsatzes für die Menschenrechte; betont, dass im Wahlverfahren ein tatsächlicher Wettb
...[+++]ewerb herrschen muss; fordert die Streichung der Möglichkeit, dass Regionalgruppen eine vorab festgelegte Kandidatenliste für die Mitgliedschaft im Menschenrechtsrat der Vereinten Nationen vorlegen;