(29 bis) Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en neemt de in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie neergelegde beginselen in acht, met name de artikelen 47 tot en met 50 daarvan, waarin wordt bepaald dat het legaliteitsbeginsel en evenredigheidsbeginsel inzake delicten en straffen geëerbiedigd moet worden en dat eenieder recht heeft op een doeltreffende voorziening in rechte en een eerlijk proces, het recht op verdediging en het recht om niet tweemaal in een strafrechtelijke procedure voor hetzelfde delict te worden berecht of gestraft.
(29a) Diese Verordnung steht im Einklang mit den Grundrechten und Grundsätzen, die in der Charta der Grundrechte der Europäischen Union, insbesondere den Artikeln 47 bis 50, verankert sind. Aus diesen Artikeln geht hervor, dass die Gesetzmäßigkeit und Verhältnismäßigkeit im Zusammenhang mit Straftaten und Strafen gewährleistet sein muss und dass jeder das Recht auf einen wirksamen Rechtsbehelf und ein unparteiisches Verfahren, das Recht auf Verteidigung und das Recht hat, wegen derselben Straftat nicht zweimal strafrechtlich verfolgt oder bestraft zu werden.