14. deelt, voor wat het EMU-lidmaatschap betreft, de mening van de Commissie dat de nieuwe lidstaten de euro niet onmiddellijk na toetreding kunnen en zullen introduceren, onderstreept in dit verband de economische en politieke waarde van een volledige deelname van alle lidstaten aan de Econo
mische en Monetaire Unie; wijst er evenwel op dat gezien de hindernissen in verband met de voorbereiding op de toetreding tot de euro, een al te snelle en slecht voorbereide toetreding tot de Economische en Monetaire Unie wel eens een ontwrichting van de monetaire, e
...[+++]conomische en maatschappelijke stelsels van deze landen tot gevolg zou kunnen hebben;
14. teilt im Hinblick auf die Mitgliedschaft in der WWU die Auffassung der Kommission, wonach die neuen Mitgliedstaaten den Euro nicht sofort bei ihrem Beitritt übernehmen können und sollten; betont in diesem Zusammenhang die wirtschaftliche und politische Bedeutung der uneingeschränkten Teilnahme aller Mitgliedstaaten an der WWU; verweist jedoch darauf, dass ein übereilter, schlecht vorbereiteter Beitritt zur WWU angesichts der Zwänge, die mit der Vorbereitung auf die Einführung des Euro einhergehen, zu einer Destabilisierung der monetären, wirtschaftlichen und sozialen Systeme dieser Länder führen könnte;