Deze onjuiste rechtsopvatting zou voortvloeien uit het feit dat het Gerecht de universaliteitstoets heeft toegepast in de plaats van de in de zaak Olsen geformuleerde toets van het falen van de markt, die erin bestaat na te gaan of concurrenten een soortgelijke dient aanbieden en niet of deze een universele dienst aanbieden.
Das Gericht habe nämlich eine Prüfung der Universalität und nicht eine Prüfung des Marktversagens im Sinne des Urteils Olsen vorgenommen, bei der es darum gehe, ob die Wettbewerber einen ähnlichen und nicht einen Universaldienst anböten.