31. Uit deze bepalingen, in hun geheel beschouwd, blijkt dat de bijzondere tarieven en de financieringsregeling waarin de artikelen 9 en 13, lid 1, onder b), van de universeledienstrichtlijn voorzien, slechts van toepassing zijn op de universele diensten die worden opgesomd in hoofdstuk II van deze richtlijn.
31. Aus der Gesamtheit dieser Bestimmungen ergibt sich, dass die Sondertarife und der Finanzierungsmechanismus, die in Art. 9 bzw. Art. 13 Abs. 1 Buchst. b der Universaldienstrichtlinie vorgesehen sind, nur auf die in Kapitel II dieser Richtlinie aufgeführten Universaldienste anwendbar sind.