Zelfs indien de aangevoerde discriminatie bestond, zou zij niet haar oorzaak vinden in het aangevochten decreet maar, enerzijds, in het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organi
satie van het hoger onderwijs in hogescholen, waarvan de filosofie in overeenstemming is met die van het aangevochten decreet en, anderzijds, in de voormelde wet van 6 april 1995, die bepaalt dat de ged
iplomeerden van het universitair onderwijs en het niet-universitair onderwijs in de kinesitherapie dezelfde titel van « licentiaat in de kinesither
...[+++]apie » mogen dragen indien zij de in paragraaf 1 van artikel 21bis van de wet van 6 april 1995 bedoelde erkenning hebben gekregen.Auch wenn es die beanstandete Diskriminierung gäbe, so fände sie nicht ihren Ursprung im angefochtenen Dekret, sondern einerseits im Dekret vom 5. August 1995 zur Festlegung der allgemeinen Organisation des Hochschulwesens in
« hautes écoles », dessen Philosophie derjenigen des angefochtenen Dekr
ets entspreche, und andererseits im vorgenannten Gesetz vom 6. April 1995, welches bestimme, dass die Absolventen des Universitätsunterrichts und des Nicht-Universitätsunterrichts in Heilgymnastik den gleichen Titel eines « Lizentiaten der Hei
...[+++]lgymnastik » zu führen berechtigt seien, wenn sie die in § 1 von Artikel 21bis des Gesetzes vom 6. April 1995 genannte Anerkennung erhalten hätten.