18. dringt erop aan dat het Europees Sociaal Fonds gebruikt wordt voor de bij- en omscholing van werknemers, het inspelen op de vraag naar vaardigheden, de afstemming van vaardigheden op de vraag en het anticiperen op veranderingen, in het bijzonder in de automobielindustrie, en dat daarbij rekening wordt gehouden met de overcapaciteit van de Europese automobielindustrie en de noodzaak om over te gaan naar een duurzame economie en groene voertuigen;
18. fordert, dass der Europäische Sozialfonds für die Umschulung und Weiterbildung von Arbeitnehmern und für Verbesserungen in Bezug auf das lebenslange Lernen genutzt wird und dass dabei dem Qualifikationsbedarf und der notwendigen Ausrichtung der Qualifikationen auf den Bedarf sowie der Antizipation des Wandels insbesondere in der Automobilindustrie und dabei wiederum den Überkapazitäten der europäischen Automobilindustrie sowie der Notwendigkeit Rechnung getragen wird, den Wandel hin zu einer nachhaltigen Wirtschaft und zu ökologischen Fahrzeugen zu bewältigen;