11. verklaart dat culturele en onderwijsuitwisselingen het maatschappelijk middenveld zouden kunnen versterken, een voedingsbodem zouden kunnen zijn voor democratisering en goed bestuur, vaardigheden kunnen bevorderen, mensenrechten en fundamentele vrijheden in de hand kunnen werken en de fundamenten voor een blijvende samenwerking zouden kunnen leggen;
11. stellt fest, dass der Kultur- und Bildungsaustausch möglicherweise die Zivilgesellschaft stärken, die Demokratisierung und verantwortungsvolle Staatsführung unterstützen, die Entwicklung von Fähigkeiten verstärken, die Menschenrechte und Grundfreiheiten fördern und die Grundlagen für eine dauerhafte Zusammenarbeit liefern kann;