Evenwel kon het vermoeden van vaderschap toen enkel worden betwist door de echtgenoot, door de moeder en door het kind, overeenkomstig het toenmalige artikel 332 van het Burgerlijk Wetboek.
Allerdings konnte die Vaterschaftsvermutung damals nur vom Ehemann, von der Mutter und vom Kind angefochten werden, und zwar gemäß dem damaligen Artikel 332 des Zivilgesetzbuches.