In tweede instantie vraagt de Arbeidsrechtbank te Gent of artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals vervangen bij artikel 7 van de wet van 21 april 2007, in strijd is met de artikelen 10, 11, 13 en 23, derde lid, 2°, van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 14 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, doordat « het procesrisico verschilt naargelang een rechtszoekende beroep doet op een advocaat of op een vakorganisatie » en doordat « het procesrisico zwaarder is voor de partij die
beroep doet op een vakorganisatie tegenover de partij die verte ...[+++]genwoordigd wordt door een advocaat ».An zweiter Stelle fragt das Arbeitsgericht Gent, ob Artikel 1022 des Gerichtsgesetzbuches, ersetzt durch Artikel 7 des Gesetzes vom 21. April 2007, im Widerspruch zu den Artikeln 10, 11, 13 und 23 Absatz 3 Nr. 2 der Verfassung stehe, in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit Artikel 14 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte, indem « das Prozessrisiko unterschiedlich ist, je nachdem, ob der Rechtsuchende sich an einen Rechtsanwalt oder an
eine Gewerkschaftsorganisation wendet » und indem « das Prozessrisiko grösser ist für die Partei, die sich an eine Gewerkschaftsorganisation
...[+++] wendet, als für die Partei, die von einem Rechtsanwalt vertreten wird ».