De Raad van State stelt het Hof een vraag over een eventuele discriminatie van de erkende vakorganisaties die, met uitzondering van de in artikel 5, 2°, genoemde erkende vakorganisatie, niet als representatief worden beschouwd, ten opzichte van de vakorganisaties die op grond van artikel 5, 1°, als representatief worden beschouwd.
Der Staatsrat befragt den Hof über eine mögliche Diskriminierung der anerkannten Gewerkschaftsorganisationen, die, mit Ausnahme der in Artikel 5 Nr. 2 genannten anerkannten Gewerkschaftsorganisationen, nicht als repräsentativ angesehen werden, hinsichtlich der Gewerkschaftsorganisationen, die aufgrund von Artikel 5 Nr. 1 als repräsentativ angesehen werden.