In het geval van installaties die operationeel waren op of vóór 1 juli 2014, moet om voor de in lid 1 bedoelde doeleinden in aanmerking te komen de broeikasgasemissiereductie ten gevolge van het gebruik van biobrandstoffen minstens 35 % bedragen tot en met 31 december 2017 en minstens 50 % vanaf 1 januari 2018.
Für die Zwecke des Absatzes 1 gilt im Fall von Anlagen, die am 1. Juli 2014 oder davor in Betrieb waren, dass die Biokraftstoffe und flüssigen Biobrennstoffe bis zum 31. Dezember 2017 eine Treibhausgasemissionseinsparung von mindestens 35 % und ab dem 1. Januar 2018 von mindestens 50 % erzielen müssen.