32. gaat ervan uit dat EU-vertegenwoordigers in hun politieke verklaringen duidelijk zullen maken dat intolerante interpretaties van religies of overtuigingen die geweld jegens en onderdrukking van aanhangers van andere geloofsovertuigingen tolereren, onverenigbaar zijn met de waarden van de EU en de universele mensenrechten en moeten worden bestreden met dezelfde vastberadenheid als repressieve politieke regimes;
32. erwartet, dass die Vertreter der EU in ihren politischen Erklärungen deutlich machen, dass intolerante Auslegungen jeder Religion oder jedes Glaubens, die Gewalt und Unterdrückung gegen die Anhänger anderer Glaubensrichtungen zulassen, mit den Werten der EU und den universalen Menschenrechten nicht vereinbar sind und genau so entschieden bekämpft werden müssen wie jedes repressive politische Regime;
