Het tweede middel in de zaak nr. 2515 is afgeleid uit de schending van de regels die de bevoegdheden verdelen tussen de federale Staat en de gemee
nschappen, die zijn vastgelegd in de Grondwet en in de bijzondere wet van 8 augustus 1980, onder meer in de artikelen 5, § 1, II, 6°, d) , en 6, § 3bis , 4°, van die wet, in samenhang gelezen met artikel 5 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de artikelen 35 en
40 van het Verdrag inzake de rechten van het kind a
lsmede het algemene beginsel ...[+++] van internationaal recht van de standstill -verplichting.Der zweite Klagegrund in der Rechtssache Nr. 2515 werde aus dem Verstoss gegen die Vorschriften abgeleitet, die die Zuständigkeiten zwischen dem Föderalstaat und den Gemeinschaften verteilen würden und in der Verfassung sowie im Sondergesetz vom 8. August 1980 festgelegt worden seien, insbesondere in Artikel 5 § 1 II Nr. 6 d) und Artikel 6 § 3bis Nr. 4 dieses Gesetzes, in Verbindung mit Artikel 5 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit den Artikeln 35 und 40 des Ubereinkommens über die Rechte des Kindes sowie mit dem allgemeinen völkerrechtlichen Grundsatz der Stillhalteverpflichtung.