1. Met het oog op de in artikel 1, lid 2, vastgelegde doeleinden wijzen de lidstaten de autoriteiten aan die in het kader van deze verordening om vergelijkingen met Eurodac-gegevens mogen verzoeken.
(1) Für die Zwecke gemäß Artikel 1 Absatz 2 benennen die Mitgliedstaaten die Behörden, die gemäß dieser Verordnung berechtigt sind, einen Abgleich mit Eurodac-Daten zu beantragen.