Art. 4. Als het aantal ambtenaren die voor de in artikel 2, 2° en 3°, van dit besluit bedoelde kunstwerken aangewezen zijn, lager is dan de in dit artikel vastgelegde quota's, kan de Minister van Ambtenarenzaken de in artikel 1, 3°, bedoelde ambtenaren het vrij genot van woning ten belope van deze quota's verlenen.
Art. 4. Wenn die Anzahl der Beamten der Wasserstrassen, die mit einem der in Artikel 2, 2° und 3° des vorliegenden Erlasses erwähnten Kunstbauten beauftragt sind, unter den in diesem Artikel festgelegten Quoten liegt, kann der Minister des Öffentlichen Dienstes den in Artikel 1, 3° angeführten Beamten den Vorteil der freien Wohnung bis zur Höhe der besagten Quoten gewähren.