Vertaling van "vastleggingen 960 miljard " (Nederlands → Duits) :

Het meerjarig financiële kader (MFK) bedraagt 960 miljard EUR aan vastleggingen (juridische belofte om financiële middelen te verstrekken, ervan uitgaande dat aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan) en 908,4 miljard EUR aan betalingen (feitelijke overdrachten aan begunstigden) over een periode van zeven jaar, uitgedrukt in constante prijzen van het jaar 2011.De MFK-verordening stelt maxima (maximumbedragen) vast voor elke categorie EU-uitgaven in deze periode.
Der mehrjährige Finanzrahmen (MFR) beläuft sich auf 960 Mrd. EUR an Mitteln für Verpflichtungen (rechtliche Zusicherung zur Bereitstellung von Finanzierung – vorausgesetzt, bestimmte Bedingungen sind erfüllt) und 908,4 Mrd. EUR an Mitteln für Zahlungen (tatsächliche Übertragungen an Begünstigte) über einen Zeitraum von sieben Jahren, ausgedrückt in konstanten Preisen von 2011.Mit der MFR-Verordnung werden Obergrenzen (Höchstbeträge) für jede Kategorie von EU-Ausgaben während dieses Zeitraums festgelegt.

8. herhaalt het cruciale belang van meer flexibiliteit in het MFK 2014‑2020 om volledig gebruik te kunnen maken van de respectievelijke MFK-plafonds voor vastleggingen (960 miljard EUR) en betalingen (908,4 miljard EUR), zoals voorgeschreven door de Raad; is dan ook verheugd over het feit dat de Raad twee sleutelvoorstellen van het Parlement heeft aangenomen, namelijk de invoering van een totale marge voor betalingen en de invoering van een totale marge voor vastleggingen, waardoor ongebruikte kredieten automatisch naar het volgende begrotingsjaar kunnen worden overgeheveld; betreurt evenwel de door de Raad opgelegde beperkingen (in termen van tijd en bedragen) waardoor deze instrumenten misschien niet volledig kunnen worden benut; is van mening dat de verbetering van deze mechanismen een integraal onderdeel moet vormen van de revisie van het MFK op voorstel van de Commissie na de verkiezingen;
8. bekräftigt die entscheidende Bedeutung der gestärkten Flexibilität im MFR 2014-2020 im Hinblick auf eine uneingeschränkte Nutzung der vom Rat vorgegebenen MFR-Obergrenzen für die Mittel für Verpflichtungen (960 Mrd. Euro) und Zahlungen (908,4 Mrd. Euro); begrüßt daher, dass der Rat zwei entscheidende Vorschläge des Parlaments gebilligt hat, nämlich die Einführung eines Gesamtspielraums für Mittel für Zahlungen und eines Gesamtspielraums für Mittel für Verpflichtungen, die die automatische Übertragung nicht verwendeter Mittel von einem Haushaltsjahr auf das nächste gestatten werden; betrachtet allerdings die vom Rat (in Bezug auf Termin oder Betrag) durchgesetzten Beschränkungen, die die umfassende Nutzung dieser Instrumente verhindern könnten, als bedauerlich; ist der Ansicht, dass eine Verbesserung dieser Mechanismen ein integraler Bestandteil einer von der Kommission vorzuschlagenden Revision des MFR nach den Wahlen sein sollte;

8. herhaalt het cruciale belang van meer flexibiliteit in het MFK 2014–2020 om volledig gebruik te kunnen maken van de respectievelijke MFK-maxima voor vastleggingen (960 miljard EUR) en betalingen (908,4 miljard EUR), zoals voorgeschreven door de Raad; is dan ook verheugd over het feit dat de Raad twee sleutelvoorstellen van het Parlement heeft goedgekeurd, namelijk de invoering van een overkoepelende marge voor betalingen en van een overkoepelende marge voor vastleggingen, waardoor ongebruikte kredieten automatisch naar het volgende begrotingsjaar kunnen worden overgeheveld; betreurt evenwel de door de Raad opgelegde beperkingen (wat betreft termijnen en bedragen) waardoor deze instrumenten misschien niet volledig kunnen worden benut; is van mening dat de verbetering van deze mechanismen een integraal onderdeel moet vormen van de revisie van het MFK op voorstel van de Commissie na de verkiezingen;
8. bekräftigt die entscheidende Bedeutung der gestärkten Flexibilität im MFR 2014–2020 im Hinblick auf eine uneingeschränkte Nutzung der vom Rat vorgegebenen MFR-Obergrenzen für die Mittel für Verpflichtungen (960 Mrd. Euro) und Zahlungen (908,4 Mrd. Euro); begrüßt daher, dass der Rat zwei entscheidende Vorschläge des Parlaments gebilligt hat, nämlich die Einführung eines Gesamtspielraums für Mittel für Zahlungen und eines Gesamtspielraums für Mittel für Verpflichtungen, so dass nicht verwendete Mittel von einem Haushaltsjahr automatisch auf das nächste übertragen werden können; betrachtet allerdings die vom Rat (in Bezug auf Termin oder Betrag) durchgesetzten Beschränkungen, die die umfassende Nutzung dieser Instrumente verhindern könnten, als bedauerlich; ist der Ansicht, dass eine Verbesserung dieser Mechanismen ein integraler Bestandteil einer von der Kommission vorzuschlagenden Revision des MFR nach den Wahlen sein sollte;

8. herhaalt het cruciale belang van meer flexibiliteit in het MFK 2014‑2020 om volledig gebruik te kunnen maken van de respectievelijke MFK-maxima voor vastleggingen (960 miljard EUR) en betalingen (908,4 miljard EUR), zoals voorgeschreven door de Raad; is dan ook verheugd over het feit dat de Raad twee sleutelvoorstellen van het Parlement heeft goedgekeurd, namelijk de invoering van een overkoepelende marge voor betalingen en van een overkoepelende marge voor vastleggingen, waardoor ongebruikte kredieten automatisch naar het volgende begrotingsjaar kunnen worden overgeheveld; betreurt evenwel de door de Raad opgelegde beperkingen (wat betreft termijnen en bedragen) waardoor deze instrumenten misschien niet volledig kunnen worden benut; is van mening dat de verbetering van deze mechanismen een integraal onderdeel moet vormen van de revisie van het MFK op voorstel van de Commissie na de verkiezingen;
8. bekräftigt die entscheidende Bedeutung der gestärkten Flexibilität im MFR 2014–2020 im Hinblick auf eine uneingeschränkte Nutzung der vom Rat vorgegebenen MFR-Obergrenzen für die Mittel für Verpflichtungen (960 Mrd. Euro) und Zahlungen (908,4 Mrd. Euro); begrüßt daher, dass der Rat zwei entscheidende Vorschläge des Parlaments gebilligt hat, nämlich die Einführung eines Gesamtspielraums für Mittel für Zahlungen und eines Gesamtspielraums für Mittel für Verpflichtungen, so dass nicht verwendete Mittel von einem Haushaltsjahr automatisch auf das nächste übertragen werden können; betrachtet allerdings die vom Rat (in Bezug auf Termin oder Betrag) durchgesetzten Beschränkungen, die die umfassende Nutzung dieser Instrumente verhindern könnten, als bedauerlich; ist der Ansicht, dass eine Verbesserung dieser Mechanismen ein integraler Bestandteil einer von der Kommission vorzuschlagenden Revision des MFR nach den Wahlen sein sollte;

Binnen het kader van het 2014-2020 MFK (960 miljard EUR aan vastleggingskredieten (zie hieronder) voor een periode van zeven jaar op prijsniveaus van 2011) bedraagt de begroting van 2014 totaal ongeveer 143 miljard EUR aan vastleggingen (huidige prijsniveaus).
Innerhalb der Grenzen des MRF für 2014-2020 (960 Milliarden EUR an Verpflichtungsermächtigungen (siehe unten) für den siebenjährigen Zeitraum zu den Preisen von 2011) beinhaltet der Haushalt 2014 Verpflichtungen in Gesamthöhe von 143 Milliarden EUR (aktuelle Preise).

Dankzij het goedgekeurde meerjarig financieel kader 2014-2020 kan de Europese Unie 960 miljard EUR aan vastleggingen (1,00% van het bni van de EU) en 908,4 miljard EUR aan betalingen (0,95% van het bni) verrichten.
Der mehrjährige EU-Finanzrahmen für den Zeitraum von 2014 bis 2020 ermöglicht es der Europäischen Union, Investitionen in Höhe von bis zu 960 Mrd. EUR (1,00 % des BNE der EU) an Mitteln für Verpflichtungen und 908,4 Mrd. EUR (0,95 % des BNE der EU) an Mitteln für Zahlungen zu tätigen.

Er is voor het eerst een echte daling in vergelijking met het voorgaande MFK; wij zijn een verlaging met circa 34 miljard EUR aan vastleggingen en betalingen overeengekomen (in vergelijking met de periode 2007‑2013), wat neerkomt op plafonds van in totaal 960 miljard EUR aan vastleggingen en 908,4 miljard EUR aan betalingen.
Erstmals in der Geschichte gibt es eine reale Kürzung gegenüber dem vorangegangenen MFR; wir haben uns (gegenüber dem Zeitraum 2007-2013) auf eine Senkung um rund 34 Mrd. EUR sowohl für Verpflichtungen als auch für Zahlungen geeinigt, so dass die Gesamtobergrenzen 960 Mrd. EUR für Verpflichtungen und 908,4 Mrd. EUR für Zahlungen betragen.