Het bestreden artikel 55, 3°, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 16 juli 2010 houdende aanpassing van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en van het decreet van 10 maart 2006 houdende decretale aanpassingen inzake ruimtelijke ordening en onroerend erfgoed als gevolg van het bestuurlijk beleid voegt aan artikel 7.4.11, tweede lid, van de bij besluit van de Vlaamse Regering van 15 mei 2009 gecoördineerde Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
(hierna : VCRO) een zinsnede toe (vanaf : « met dien verstande [.] »), zodat het tweede lid van dat artikel, dat de
...[+++]el uitmaakt van afdeling 7 (« Planschade en planbaten » van hoofdstuk IV (« Planning ») van titel VII (« Diverse temporele en overgangsmaatregelen ») van de VCRO, thans bepaalt :Der angefochtene Artikel 55 Nr. 3 des Dekrets der Flämischen Region vom 16. Juli 2010 zur Anpassung des Flämischen Raumordnungskodex vom 15. Mai 2009 und des Dekrets vom 10. März 2006 zur Festlegung dekretaler Anpassungen im Bereich der Raumordnung und des unbeweglichen Erbes infolge der Verwaltungspolitik fügt Artikel 7.4.11 Absatz 2 des durch den Erlass der Flämischen Regierung vom 15. Mai 2009 koordinierten Flämische
n Raumordnungskodex einen Satzteil hinzu (ab: « wobei [.] »), so dass Absatz 2 dieses Artikels, der zu Abschnitt 7 (« Planschäden und Gewinne aus der Raumplanung » von Kapitel IV (« Planung ») von Titel VII (« Verschiedene
...[+++] zeitweilige und Ubergangsmassnahmen ») des Flämischen Raumordnungskodex gehört, nunmehr bestimmt: