3. Schenden de artikelen 6.1.1, derde lid en 6.1.1, vierde lid en 6.1.2 VCRO het standstill -beginsel vervat in artikel 23 van de Grondwet doordat zij in onderlinge samenhang het opleggen van een herstelmaatregel op grond van feiten van instandhouding volstrekt onmogelijk maken, en hierdoor de mogelijkheid van de overheid tot het stellen [lees : herstellen] van illegale situaties de facto laten afhangen van het voorhanden zijn van een dader aan wie het oprichtingsmisdrijf toerekenbaar is, terwijl deze omstandigheid geen enkel verband houdt met de schade aan de goede ruimtelijke ordening die door de illegale situatie wordt veroorzaakt ?
3. Verstossen die Artikel 6.1.1 Absatz 3, 6.1.1 Absatz 4 und 6.1.2 des Flämischen Raumordnungskodex gegen den in Artikel 23 der Verfassung verankerten Stillhaltegrundsatz, indem diese Bestimmungen in Verbindung miteinander das Auferlegen einer Wiederherstellungsmassnahme aufgrund von Taten der Beibehaltung völlig unmöglich machen und dadurch die Möglichkeit der Behörden zur Behebung illegaler Situationen de facto vom Vorhandensein eines Täters, dem der Bauverstoss zuzurechnen ist, abhängig machen, während dieser Umstand in keinem Zusammenhang zu dem Schaden steht, der der guten Raumordnung durch den illegalen Zustand zugefügt wird?