17. spreekt opnieuw als zijn mening uit dat alle financiële steun voor biogasinstallaties gebaseerd dient te zijn op rendement, technische ontwikkeling, een positieve bijdrage aan de broeikasgasreductie, het creëren van toegevoegde waarde op veebedrijven en in plattelandsregio's en andere economische en milieuvoordelen van dergelijke installaties; benadrukt dat de voedselvoorziening voor de bevolking daarbij niet in gevaar mag worden gebracht;
17. bekräftigt, dass die Kriterien für die Gewährung von Finanzhilfen für Biogasanlagen die Effizienz, die technische Entwicklung, eine positive Treibhausgasbilanz, die Schaffung von Mehrwert in tierhaltenden Betrieben und in ländlichen Gebieten und andere Wirtschafts- und Umweltvorteile sein sollten; ist der Auffassung, dass die sichere Lebensmittelversorgung der Bevölkerung nicht gefährdet werden darf;