I. overwegende dat het gebruik van versleuteling een belangrijke waarborg en veiligheidsmaatregel voor individuele personen is om zichzelf te beschermen tegen grootschalig toezicht en criminele activiteiten, en om hen in staat te stellen hun grondrechten binnen de EU en in derde landen uit te oefenen, en dat dit tevens een belangrijk instrument is om het vertrouwen in de online-omgeving te vergroten; overwegende dat het recht op het gebruik van versleuteling bijgevolg niet mag worden geschonden onder het voorwendsel van de strijd tegen criminaliteit;
I. in der Erwägung, dass der Einsatz von Verschlüsselungstechnik eine wichtige Schutz- und Sicherheitsmaßnahme für Personen ist, die sich vor Massenüberwachung und kriminellen Aktivitäten schützen und ihre Grundrechte in der EU und Drittländern ausüben wollen, und überdies ein wichtiges Instrument zur Stärkung des Vertrauens in die Online-Umgebung darstellt; in der Erwägung, dass das Recht auf den Einsatz von Verschlüsselungstechnik daher nicht unter dem Vorwand der Verbrechensbekämpfung angetastet werden sollte;
