De verwijzende rechter vraagt het Hof of artikel 22, § 3, van de wet van 21 november 1989 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt doordat die bepaling de bestuur
der, zaakvoerder of vennoot van een vennootschap die eigenaar is van een motorrijtuig, aansprakelijk stelt wanneer dat rijtuig onverzekerd in het verkeer wordt gebracht, terwijl artikel 5 van het Strafwetboek de rechtspersoon strafrechtelijk verantwoordelijk stelt voor misdrijven die hetzij een intrinsiek verband hebben met de verwezenlijking van zijn doel of de waarneming van zijn belangen, of die, naar blijkt uit de concrete omstandigheden,
voor zijn rekening ...[+++]werden gepleegd.
Der Verweisungsrichter fragt den Hof, ob Artikel 22 § 3 des Gesetzes vom 21. November 1989 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstösst, indem diese Bestimmung das Verwaltungsratsmitglied, den Geschäftsführer oder den Teilhaber einer Gesellschaft, die Besitzerin eines Kraftfahrzeugs ist, haftbar macht, wenn dieses Fahrzeug unversichert in den Verkehr gebracht wird, während Artikel 5 des Strafgesetzbuches die juristische Person strafrechtlich haftbar macht für Straftaten, die entweder in ihrem Wesen mit der Verwirklichung ihres Zwecks oder der Wahrung ihrer Interessen verbunden sind oder die, wie aus den konkreten Umständen hervorgeht, für ihre Rechnung begangen wurden.