7. wijst erop dat het Europese acquis communautaire inzake het auteursrecht vrijwillige multiterritoriale of pan-Europese mechanismen voor licentieverlening niet noodzakelijk uitsluit, maar dat culturele en taalverschillen tussen de lidstaten en verschillen in nationale voorschriften die al dan niet verband houden met intellectuele eigendom, een flexibele en complementaire benadering op Europees niveau vereisen om tot een digitale interne markt te komen;
7. weist darauf hin, dass der europäische „gemeinschaftliche Besitzstand“ beim Urheberrecht zwar nicht per se freiwilligen gebietsübergreifenden oder europaweiten Lizenzierungsmechanismen entgegensteht, dass jedoch kulturelle und sprachliche Unterschiede zwischen den Mitgliedstaaten wie auch Unterschiede zwischen den nationalen Rechtsvorschriften, auch solchen, die nicht das geistige Eigentum betreffen, einen flexiblen und komplementären Ansatz auf europäischer Ebene erfordern, um Fortschritte bei der Schaffung eines digitalen Binnenmarkts zu erzielen;