1. Wanneer bij het toezicht en de controle als bedoeld in artikel 6, lid 4, de officiële inspectie bedoeld in artikel 17 of de proeven be
doeld in artikel 20 blijkt dat teelmateriaal of plantgoed van groentegewassen niet aan de eisen van deze richtlijn voldoen, neemt de verantwoordelijke officiële instantie van de betrokken lidstaat passende maatregelen om te bewerkstelligen dat deze producten aan deze bep
alingen voldoen of, indien zulks niet mogelijk is, om het in de handel brengen van teeltmateriaal of plantgoed van groentegewassen d
...[+++]at daar niet aan voldoet, in de Gemeenschap te verbieden.
(1) Wird bei der in Artikel 6 Absatz 4 vorgesehenen Überwachung und Überprüfung, bei der amtlichen Inspektion nach Artikel 17 oder bei den Prüfungen nach Artikel 20 festgestellt, dass Gemüsevermehrungsmaterial oder Gemüsepflanzgut dieser Richtlinie nicht entspricht, so ergreift die zuständige amtliche Stelle des betreffenden Mitgliedstaats alle geeigneten Maßnahmen, um sicherzustellen, dass sie mit den Bestimmungen in Einklang gebracht werden oder, falls dies nicht möglich ist, um das Inverkehrbringen der betreffenden Erzeugnisse innerhalb der Gemeinschaft zu verhindern.