(b) het aanleggen en de verdere ontwikkeling van de infrastructuren zodat de insulaire, niet aan zee grenzende, perifere en ultraperifere gebieden kunnen worden verbonden met de centrale regio's van de Gemeenschap, teneinde een evenwichtige en policentrische ontwikkeling van het communautaire grondgebied te bevorderen; alsmede de ontwikkeling van verbindingen tussen de aan de EU grenzende landen en de lidstaten;
(b) Schaffung und Ausbau der Infrastrukturen zwecks Anbindung insularer, eingeschlossener und am Rande gelegener Gebiete an die zentralen Gebiete der Gemeinschaft, um eine ausgewogene und polyzentrische Entwicklung auf dem Hoheitsgebiet der Gemeinschaft zu ermöglichen; außerdem sollten die Verbindungen zu den an die EU angrenzenden Ländern den EU-Mitgliedstaaten entwickelt werden;