Art. 49. De landbouwers moeten het verbod op het bezit of gebruik van bepaalde stoffen naleven, met uitzondering van het gebruik voor zoötechnische of therapeutische doeleinden zoals bepaald in de wet van 15 juli 1985 betreffende het gebruik bij dieren van stoffen met hormonale, anti-hormonale, beta-adrenergische of productie-stimulerende werking.
Art. 49 - Die Landwirte halten sich an die Besitz- bzw. Verwendungsverbote für bestimmte Stoffe, außer in Fällen der Verwendung zu tierzüchterischen oder therapeutischen Zwecken gemäß der Definition dieser Behandlungen im Gesetz vom 15. Juli 1985 über die Anwendung von Substanzen mit hormonaler, antihormonaler, beta-adrenergischer oder produktionsstimulierender Wirkung bei Tieren.