De lidstaten mogen echter de jacht op bepaalde soorten toestaan op voorwaarde dat de jachtmethodes aan bepaalde beginselen voldoen (redelijkheid en evenwichtigheid, jacht buiten het trek- en broedseizoen, verbod van methoden voor het massale of niet-selectieve vangen of doden van vogels).
Jedoch dürfen bestimmte Vogelarten bejagt werden, wenn die Jagdmethoden bestimmten Grundsätzen genügen (vernünftige und ausgewogene Nutzung, keine Jagd während der Wanderung oder während der Brut- und Aufzuchtzeit, kein massenweises oder wahlloses Töten oder Fangen).