2. De bevoegde autoriteit beoordeelt het risico van vestiging en verspreiding van het betrokken plaagorganisme zoals bedoeld in lid 1, onder a), aan de hand van de identiteit, de biologische eigenschappen en de middelen van verspreiding van het plaagorganisme, de beoogde werkzaamheden, de interactie met het milieu en andere relevante factoren in verband met het aan het plaagorganisme verbonden risico.
2. Die zuständige Behörde bewertet das in Absatz 1 Buchstabe a beschriebene Risiko der Ansiedlung und Ausbreitung des betreffenden Schädlings und berücksichtigt dabei die Identität, die biologischen Eigenschaften und die Ausbreitungsmöglichkeiten des Schädlings, die vorgesehene Verwendung, die Interaktion mit der Umwelt und andere für das vom Schädling ausgehende Risiko relevante Faktoren.