Aangezien de inmenging in de rechten van de verdediging evenredig is met het doel van nationale veiligheid en gepaard gaat met een procedure die het een onafhankelijke en onpartijdige rechter, die toegang heeft tot alle procedurestukken, mogelijk maakt toe te zien op de wettigheid van de procedure, is artikel 5, § 3, van de in het geding zijnde wet niet onbestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de in B.16 vermelde bepalingen.
Da die Einmischung in die Rechte der Verteidigung im Verhältnis zur Zielsetzung der nationalen Sicherheit steht und mit einem Verfahren einhergeht, das es einem unabhängigen und unparteilichen Richter, der Zugang zu allen Verfahrensakten hat, ermöglicht, die Rechtmässigkeit des Verfahrens zu kontrollieren, ist Artikel 5 § 3 des fraglichen Gesetzes nicht unvereinbar mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, in Verbindung mit den in B.16 angeführten Bestimmungen.