5. onderstreept dat de lidstaten verdere wetgevende en niet-wetgevende maatregelen, waaronder ook educatieve, sociale, culturele en administratieve maatregelen en op het brede publiek gerichte bewustmakingscampagnes, moeten nemen respectievelijk versterken, teneinde de vraag naar de diensten van slachtoffers van de mensenhandel terug te dringen;
5. betont, dass seitens der Mitgliedstaaten weitere legislative und nichtlegislative Maßnahmen einschließlich bildungspolitischer, sozialer, kultureller und administrativer Maßnahmen sowie an die Allgemeinheit gerichtete Sensibilisierungskampagnen verstärkt eingesetzt werden sollten, um die Nachfrage nach von Opfern des Menschenhandels erbrachten Dienstleistungen zu verringern;