Uit de uiteenzetting van het beroep tot vernietiging blijkt dat het Hof wordt verzocht uitspraak te doen over de bestaanbaarheid, met artikel 16 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protoc
ol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, van artikel 26, eerste lid, 3° en 6°, en derde lid
, van de wet van 19 december 2014, zoals ingevoegd bij artikel 92 van de programmawet van 10 augustus 2015, in zoverre bij die bepaling een retroactieve werking zou worden verleend aan de onderwerping aan
...[+++] de vennootschapsbelasting van de intercommunales waarvan het boekjaar aanvangt aan het begin van het kalenderjaar en afloopt aan het einde daarvan en die sinds het aanslagjaar 2016 aan die belasting zijn onderworpen.Aus den Darlegungen der Nichtigkeitsklage geht hervor, dass der Gerichtshof gebeten wird, über die Vereinbarkeit von Artikel 26 Absatz 1 Nrn. 3 und 6 und Absatz 3 de
s Gesetzes vom 19. Dezember 2014, eingefügt durch Artikel 92 des Programmgesetzes vom 10. August 2015, mit Artikel 16 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zur Europäischen Menschenrechtskonvention zu befinden, insofern durch diese Bestimmung der Unterwerfung jener Interkommunalen unter die Gesellschaftssteuer, deren Rechnungsjahr zu Beginn
des Kalenderjahres beginne und an de ...[+++]ssen Ende ablaufe und die seit dem Steuerjahr 2016 dieser Steuer unterlägen, Rückwirkung verliehen werde.