D
e Europese Commissie verwijst, enerzijds, naar artikel 15, lid 3, van de verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 « betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81
en 82 van het [EG-]Verdrag [thans de artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie] » (hierna : de verordening nr. 1/2003) en voert, anderzijds, aan dat het antwoord op de prejudiciële vragen de doeltreffendheid kan beïnvloeden van
de sancties die zij oplegt ...[+++] voor overtredingen van de artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (hierna : VWEU).Die Europäische Kommission verweist einerseits auf Artikel 15 Absatz 3 der Verordnung (EG) Nr. 1/2003 des Rates vom 16. Dezember 2002 « zur Durchführung der in den Artikeln
81 und 82 des [EG-]Vertrags [nunmehr die Artikel 101 und 102 des Vertrags über die Arbeitsweise der Europäischen Union] niedergelegten Wettbewerbsregeln » (nachstehend: die Verordnung Nr. 1/2003) und führt andererseits an, dass die Antwort auf die Vorabentscheidungsfragen die Wirksamkeit der Sanktionen beeinflu
ssen könne, die sie ...[+++]wegen Verstössen gegen die Artikel 101 und 102 des Vertrags über die Arbeitsweise der Europäischen Union (nachstehend: AEUV) verhänge.