De verzoekende partijen in de zaak nr. 4366 leiden een vijfde middel af uit de schending, door de bestreden wet, van de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel
6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij dat Verdrag, in zoverre de wet de partijen die in het gelijk zijn gesteld en het slachtoffer zijn geweest van een misbruik van procedure, verschillend zou behandelen naargelang zij aanspraak maken op de
vergoeding van hun kosten en erelonen van adv ...[+++]ocaten dan wel op die van andere kosten als gevolg van dat misbruik van procedure.
Die klagenden Parteien in der Rechtssache Nr. 4366 leiten einen fünften Klagegrund aus einem Verstoss des angefochtenen Gesetzes gegen die Artikel 10, 11 und 13 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zu dieser Konvention, ab, insofern das Gesetz die Parteien, die obsiegten und die Opfer eines Verfahrensmissbrauchs gewesen seien, anders behandele, je nachdem, ob sie die Vergütung ihrer Rechtsanwaltshonorare und -kosten oder die Vergütung der anderen, durch diesen Verfahrensmissbrauch entstandenen Kosten forderten.