Traduction de «verdrag geraadpleegd over » (Néerlandais → Allemand) :

TERMINOLOGIE

Verdrag van Athene | Verdrag van Athene inzake het vervoer van passagiers en hun bagage over zee, 1974 | Verdrag van Athene van 1974 betreffende het vervoer van passagiers en hun reisgoed over zee
Athener Übereinkommen | Athener Übereinkommen von 1974 über die Beförderung von Reisenden und ihrem Gepäck auf See

Aansprakelijkheidsverdrag voor het vervoer van gevaarlijke en schadelijke stoffen | Internationaal Verdrag inzake aansprakelijkheid en vergoeding voor schade in samenhang met het vervoer over zee van gevaarlijke en schadelijke stoffen | Internationaal Verdrag inzake aansprakelijkheid en vergoeding voor schade in samenhang met het vervoer over zee van gevaarlijke en schadelijke stoffen, 1996 | HNS-verdrag [Abbr.]
HNS-Übereinkommen | Internationales Übereinkommen über Haftung und Entschädigung für Schäden bei der Beförderung schädlicher und gefährlicher Stoffe auf See | Internationales Übereinkommen von 1996 über Haftung und Entschädigung für Schäden bei der Beförderung schädlicher und gefährlicher Stoffe auf See | Internationales Übereinkommen von 2010 über Haftung und Entschädigung für Schäden bei der Beförderung schädlicher und gefährlicher Stoffe auf See

Verdrag van de Verenigde Naties over de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse scheidsrechterlijke uitspraken | VN-Verdrag over de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse scheidsrechterlijke uitspraken
New Yorker Übereinkommen | Übereinkommen der Vereinten Nationen über die Anerkennung und Vollstreckung ausländischer Schiedssprüche | UN-Übereinkommen über die Anerkennung und Vollstreckung ausländischer Schiedssprüche

Europees Verdrag betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg
Europäisches Übereinkommen über die internationale Beförderung gefährlicher Güter auf der Straße

Verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg
Übereinkommen über den Beförderungsvertrag im internationalen Straßengüterverkehr

Verdrag over de Europese Unie
Vertrag über die Europäische Union

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Uitgangspunt van Verdrag nr. 170 over chemische stoffen van de Internationale Arbeidsorganisatie is dat werkgevers- en werknemersorganisaties die hun achterban het beste vertegenwoordigen, geraadpleegd moeten worden over de maatregelen voor veilig gebruik van chemische stoffen.
Das Übereinkommen Nr. 170 der IAO über chemische Stoffe legt als allgemeinen Grundsatz dar, dass die repräsentativstenArbeitgeber- und Arbeitnehmerorganisationen zu den Maßnahmen für die Gewährleistung der Sicherheit bei der Verwendung chemischer Stoffe konsultiert werden müssen.

De Commissie was naar aanleiding van de resultaten van deze raadpleging van mening dat een optreden van de Unie wenselijk was en heeft de sociale partners overeenkomstig artikel 154 van het Verdrag geraadpleegd over de inhoud van het overwogen voorstel.
Nach dieser Anhörung gelangte die Kommission zu der Auffassung, dass ein Tätigwerden der Union zweckmäßig ist, weshalb sie die Sozialpartner gemäß Artikel 154 des Vertrags noch einmal zum Inhalt des in Aussicht genommenen Vorschlags anhörte.

(10) De Commissie was naar aanleiding van de resultaten van deze raadpleging van mening dat een optreden van de Unie wenselijk was en heeft de sociale partners overeenkomstig artikel 154 van het Verdrag geraadpleegd over de inhoud van het overwogen voorstel.
(10) Nach dieser Anhörung gelangte die Kommission zu der Auffassung, dass ein Tätigwerden der Union zweckmäßig ist, weshalb sie die Sozialpartner gemäß Artikel 154 des Vertrags noch einmal zum Inhalt des in Aussicht genommenen Vorschlags anhörte.

3. brengt in herinnering dat het Parlement op grond van het Verdrag geraadpleegd dient te worden in aangelegenheden die het GBVB en het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB) betreffen, dat zijn opvattingen naar behoren in aanmerking dienen te worden genomen en dat het aanbevelingen kan doen; erkent in dit verband dat het Parlement bij de VV/HV terecht kan; is evenwel van mening dat door de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon verbetering mogelijk is bij het informeren van de bevoegde commissie over de uitkomsten van de vergaderingen van de Raad Buitenlandse Zaken en bij de raadpleging van het Parlement, om er zeker van te zijn dat zijn opvattingen naar behoren in aanmerking worden genomen voordat er mandaten en strategieën op GVDB-gebied worden goedgekeurd; kijkt uit naar de beoordeling van de instrumenten voor externe bijstand en naar een resultaat waarin de rechten van het Parlement ten aanzien van strategiedocumenten en meerjarige actieplannen, zoals vastgelegd in artikel 290 van het VWEU, erkend worden; verzoekt voorts om een verbetering van de informatieverschaffing en het overleg met het Parlement in alle fases van de procedure met het oog op besluiten van de GBVB-Raad over overeenkomsten met derde landen, met name voorafgaand aan een besluit de Commissie of de VV/HV een mandaat te verlenen om namens de Unie over overeenkomsten te onderhandelen en deze te ondertekenen, en als het gaat om de kaders voor de deelname van derde landen aan crisisbeheersingsoperaties van de EU;
3. erinnert an sein vertraglich zugesichertes Recht, in den Bereichen GASP und GSVP befragt zu werden, damit seine Ansichten gebührend in Betracht gezogen werden und Empfehlungen ausgesprochen werden können; erkennt diesbezüglich die Verfügbarkeit der VP/HV für das Europäische Parlament an; ist jedoch der Auffassung, dass mit Inkrafttreten des Vertrags von Lissabon Verbesserungen hinsichtlich der Information des zuständigen Ausschusses über die Ergebnisse der Tagungen des Rats für auswärtige Angelegenheiten sowie bei der Anhörung des Parlaments gemacht werden konnten, die gewährleisten soll, dass seine Auffassungen vor der Annahme von Mandaten und Strategien im Bereich GASP gebührend berücksichtigt werden; sieht der Überprüfung der Instrumente im Bereich der Außenhilfe erwartungsvoll entgegen, ebenso wie einem Ergebnis, das die Rechte des Europäischen Parlaments bezüglich der Strategiepapiere und mehrjährigen Aktionspläne anerkennt, wie in Artikel 290 des AEUV festgelegt; fordert ferner eine verbesserte Bereitstellung von Informationen und Rücksprache mit dem Parlament auf allen Ebenen des Verfahrens für GASP-Beschlüsse des Rates zu Verträgen mit Drittländern, insbesondere ehe beschlossen wird, der Kommission oder der VP/HV das Mandat zur Aushandlung und Unterzeichnung von Abkommen im Namen der Union zu erteilen, und wenn es um Rahmenbedingungen für die Beteiligung von Drittländern an EU-Maßnahmen zur Bewältigung von Krisen geht;

18. onderstreept het belang van transparantie en democratisch toezicht met betrekking tot het hele proces en herinnert aan zijn recht, in overeenstemming met artikel 26 van het geconsolideerde EU-Verdrag, geraadpleegd te worden over het opzetten van de Europese dienst voor extern optreden en volledig te worden betrokken bij de voorbereidende werkzaamheden; is van mening dat de Europese dienst voor extern optreden administratief moet worden gekoppeld aan de Commissie en verwijst naar zijn verslag over deze kwestie;
18. unterstreicht die Notwendigkeit von Transparenz und demokratischer Kontrolle des gesamten Prozesses und erinnert an sein Recht, gemäß Artikel 26 des konsolidierten EU-Vertrags zur Einsetzung des EAD konsultiert und in vollem Umfang an der Vorbereitungsarbeit beteiligt zu werden; ist der Auffassung, dass der EAD verwaltungsmäßig der Kommission zugeordnet sein sollte, und verweist auf seinen laufenden Bericht in dieser Angelegenheit;

Op het vlak van de coördinatie van fiscaal beleid wordt het Parlement onder de huidige bepalingen van het Verdrag geraadpleegd over zaken met betrekking tot het aannemen van secundaire wetgeving over de procedure bij buitensporige tekorten en het SGP.
Auf dem Gebiet der Koordinierung der Finanzpolitik wird das Parlament nach den gegenwärtigen Vorschriften des Vertrags in Fragen konsultiert, die sich auf die Annahme von abgeleiteten Rechtsvorschriften über das Verfahren bei übermäßigem Defizit und den SWP beziehen.

Overeenkomstig artikel 138, leden 2 en 3, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap („VEG”) heeft de Commissie de Europese sociale partners in 2006 en 2007 geraadpleegd over manieren om de combinatie van werk, privé- en gezinsleven, en met name de huidige wetgeving van de Unie inzake moederschapsbescherming en ouderschapsverlof, verder te verbeteren en over de mogelijkheid nieuwe vormen van gezinsgerelateerd verlof, zoals vaderschapsverlof, adoptieverlof en zorgverlof voor gezinsleden, in te voeren.
Nach Artikel 138 Absätze 2 und 3 des Vertrags zur Gründung der Europäischen Gemeinschaft („EG-Vertrag“) hat die Kommission die europäischen Sozialpartner 2006 und 2007 zu der Frage gehört, wie die Vereinbarkeit von Beruf, Familie und Privatleben und insbesondere die bestehenden gemeinschaftlichen Rechtsvorschriften über Mutterschutz und Elternurlaub verbessert werden könnten, sowie zur Möglichkeit, neue Formen des Urlaubs aus familiären Gründen, wie Vaterschaftsurlaub, Adoptionsurlaub, Urlaub zur Pflege von Familienangehörigen, einzuführen.

De Commissie heeft de werkgevers en werknemers geraadpleegd, overeenkomstig artikel 138, lid 2, van het Verdrag, over de wenselijkheid van verdere ontwikkeling van het communautaire acquis door dat aan te passen, te consolideren of aan te vullen in het licht van het verdrag betreffende maritieme arbeid van 2006.
Gemäß Artikel 138 Absatz 2 des Vertrags hörte die Kommission die Sozialpartner zu der Frage an, ob es zweckmäßig ist, den bestehenden gemeinschaftlichen Besitzstand unter Berücksichtigung des Seearbeitsübereinkommens 2006 durch entsprechende Anpassung, Konsolidierung oder Ergänzung weiterzuentwickeln.

61. onderstreept het significante effect dat de oprichting van de Europese dienst voor extern optreden zal hebben voor de externe betrekkingen van de Unie; benadrukt de noodzaak van transparantie en democratische verantwoording in dit proces; herinnert aan zijn recht, overeenkomstig artikel 13a, lid 3 van het EU-Verdrag, geraadpleegd te worden over het opzetten van de Europese dienst voor extern optreden; verzoekt volledig betrokken te worden bij de voorbereidende werkzaamheden; verwijst naar zijn verslag over deze kwestie; hoopt dat de oprichting van de Europese dienst voor extern optreden tot grotere duidelijkheid zal leiden met betrekking tot de criteria voor en de benoeming en evaluatie van speciale vertegenwoordigers van de EU, met inbegrip van de definitie en doelstelling van hun taken, de duur van hun mandaat alsmede coördinatie met en aanvulling op EG-delegaties;
61. unterstreicht, dass sich die Errichtung des EAD maßgeblich auf die Außenbeziehungen der Union auswirken wird; betont die Notwendigkeit der Transparenz und des demokratischen Inputs in diesen Prozess; weist erneut darauf hin, dass das Parlament gemäß Artikel 13a Absatz 3 des EU-Vertrags das Recht hat, zur Einsetzung des EAD angehört zu werden; fordert, dass das Parlament an den Vorbereitungsarbeiten in diesem Zusammenhang umfassend beteiligt wird; verweist auf seinen Bericht, der gerade zu diesem Thema erstellt wird; hofft, dass die Errichtung des EAD größere Klarheit schaffen wird, was die Kriterien für die Sonderbeauftragten der EU und deren Benennung und Bewertung betrifft, auch im Hinblick auf die Festlegung und den Zweck ihrer Aufgaben, die Dauer ihres Mandats sowie die Koordinierung und Komplementarität mit den Delegationen der Kommission;

De lidstaten dienen ervoor te zorgen dat, overeenkomstig het Verdrag van de Verenigde Naties van 25 juni 1998 betreffende toegang tot informatie, inspraak in besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden (het Verdrag van Aarhus), het publiek wordt geïnformeerd over de aanvraag voor een vergunning voor afvalbeheer en het betrokken publiek wordt geraadpleegd voordat een vergunning voor afvalbeheer wordt verleend.
Im Sinne des UNECE-Übereinkommens vom 25. Juni 1998 über den Zugang zu Informationen, die Öffentlichkeitsbeteiligung an Entscheidungsverfahren und den Zugang zu Gerichten in Umweltangelegenheiten (Übereinkommen von Aarhus) sollten die Mitgliedstaaten sicherstellen müssen, dass die Öffentlichkeit von dem Antrag auf die Erteilung einer Genehmigung für die Abfallentsorgung unterrichtet und die Betroffenen vor Erteilung der Genehmigung gehört werden.