5. verzoekt alle lidstaten ernstig na te denken over het toegenomen gebruik van nauwere samenwerking in het kader van het Verdrag; waarschuwt de lidstaten dat nauwere samenwerking nooit als voorwendsel voor collectief falen mag worden gebruikt, maar enkel als motor voor verdere integratie, waarbij het acquis communautaire ten volle wordt gerespecteerd en voor alle lidstaten toegankelijk is;
5. fordert alle Mitgliedstaaten nachdrücklich auf, ernsthaft die stärkere Nutzung einer engeren Zusammenarbeit im Rahmen des Vertrags in Betracht zu ziehen; warnt die Mitgliedstaaten davor, daß die engere Zusammenarbeit nie als Vorwand für ein gemeinsames Scheitern benutzt werden darf, sondern nur, um einer weiteren Integration unter uneingeschränkter Beachtung des gemeinschaftlichen Besitzstandes Antrieb zu verleihen, die allen Mitgliedstaaten offenstehen soll;