Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "verdragsbepalingen door de bestreden wetsbepaling zouden " (Nederlands → Duits) :

De bestreden bepalingen zouden een indirecte discriminatie te hunnen aanzien invoeren door hen niet anders te behandelen dan de mannen.

Die angefochtenen Bestimmungen führten zu einer indirekten Diskriminierung ihnen gegenüber, indem sie nicht anders behandelt würden als die Männer.


Het middel is niet ontvankelijk omdat niet wordt gepreciseerd welke grondwettelijke of internationale bepalingen die onder de bevoegdheidssfeer van het Hof vallen, door de voormelde bestreden bepaling zouden zijn geschonden.

Der Klagegrund ist unzulässig, da nicht präzisiert wird, gegen welche Verfassungsbestimmungen oder internationalen Bestimmungen, die zum Zuständigkeitsbereich des Gerichtshof gehören, durch die vorerwähnte angefochtene Bestimmung verstoßen worden wäre.


Zoals is vermeld in B.5.3, dienen de middelen van een verzoekschrift uiteen te zetten in welk opzicht de regels waarvan het Hof de naleving waarborgt, door de bestreden bepalingen zouden zijn geschonden.

Wie in B.5.3 erwähnt wurde, muss in den Klagegründen einer Klageschrift dargelegt werden, in welcher Hinsicht gegen die Regeln, deren Einhaltung der Gerichtshof gewährleistet, durch die angefochtenen Bestimmungen verstoßen werde.


Uit de uiteenzetting van het middel blijkt dat het Hof wordt verzocht uitspraak te doen over de bestaanbaarheid, met artikel 143, § 1, van de Grondwet, van artikel 180, 1°, van het WIB 1992, hersteld bij het bestreden artikel 86, 1°, van de programmawet van 10 augustus 2015, en van artikel 26 van de wet van 19 december 2014, vervangen bij het bestreden artikel 92 van de programmawet van 10 augustus 2015, in zoverre die bepalingen de uitoefening, door het Vlaamse Gewest, van zijn bevoegdheid in de bij artikel 6, § ...[+++]

Aus den Darlegungen des Klagegrunds geht hervor, dass der Gerichtshof gebeten wird, über die Vereinbarkeit des durch den angefochtenen Artikel 86 Nr. 1 des Programmgesetzes vom 10. August 2015 wieder aufgenommenen Artikel 180 Nr. 1 des EStGB 1992 und des durch den angefochtenen Artikel 92 des Programmgesetzes vom 10. August 2015 ersetzten Artikels 26 des Gesetzes vom 19. Dezember 2014 mit Artikel 143 § 1 der Verfassung zu befinden, insofern diese Bestimmungen es der Flämischen Region übermäßig erschwerten, ihre Zuständigkeit in der Angelegenheit auszuüben, die ihr durch Artikel 6 § 1 VIII Absatz 1 Nr. 8 des Sondergesetzes vom 8. Augu ...[+++]


Er dient te worden onderzocht of de bestreden maatregel, door aan de aangenomen vakorganisaties zowel de mogelijkheid om deel te nemen aan de procedure van aanzegging en overleg naar aanleiding van sociale conflicten als de mogelijkheid om deel te nemen aan de sociale verkiezingen bedoeld in de artikelen 126/2, 145, § 2, en 146 van de wet van 23 juli 1926 te ontzeggen, de in B.13 vermelde grondwets- en verdragsbepalingen in acht neemt.

Es muss geprüft werden, ob dadurch, dass den angenommenen Gewerkschaftsorganisationen sowohl die Möglichkeit, am Verfahren der Ankündigung und Konzertierung anlässlich von Sozialkonflikten teilzunehmen, als auch die Möglichkeit, an den Sozialwahlen im Sinne der Artikel 126/2, 145 § 2 und 146 des Gesetzes vom 23. Juli 1926 teilzunehmen, entzogen wird, die angefochtene Maßnahme die in B.13 erwähnten Verfassungs- und Vertragsbestimmungen einhält.


Anders dan de verzoekende partijen beweren, zijn er te dezen geen redenen die het Hof tot een ander besluit zouden kunnen brengen wat de toetsing van de bestreden bepaling aan de aangevoerde grondwets- en verdragsbepalingen betreft.

Im Gegensatz zu dem, was die klagenden Parteien behaupten, gibt es im vorliegenden Fall keine Gründe, die den Verfassungsgerichtshof zu einer anderen Schlussfolgerung veranlassen könnten, was die Prüfung der angefochtenen Bestimmung anhand der angeführten Verfassungs- und Vertragsbestimmungen betrifft.


In het eerste onderdeel van het eerste middel, het tweede onderdeel van het eerste middel en het eerste onderdeel van het derde middel, voeren de verzoekende partijen onder meer aan dat artikel 44/5 van de wet op het politieambt, zoals ingevoegd bij artikel 12 van de bestreden wet, niet bestaanbaar is met de in B.7 vermelde grondwets- en verdragsbepalingen, doordat die bepaling, door de wijze waarop de categorieën van personen van wie de gegevens in een politionele databank kunnen worden verwerkt, wordt omschreven, een te verregaande inmenging in het recht op eerbiediging van het privéleven met zich zou meebrengen.

Im ersten Teil des ersten Klagegrunds, im zweiten Teil des ersten Klagegrunds und im ersten Teil des dritten Klagegrunds führen die klagenden Parteien unter anderem an, dass Artikel 44/5 des Gesetzes über das Polizeiamt, eingefügt durch Artikel 12 des angefochtenen Gesetzes, nicht vereinbar sei mit den in B.7 angeführten Verfassungs- und Vertragsbestimmungen, indem diese Bestimmung eine zu weitgehende Einmischung in das Recht auf Achtung des Privatlebens mit sich bringe durch die Weise, in der die Kategorien von Personen, deren Daten in einer polizeilichen Datenbank verarbeitet werden könnten, definiert würden.


De verzoekende partijen zijn van oordeel dat diverse aspecten van de bestreden wet niet bestaanbaar zijn met het recht op eerbiediging van het privéleven, zoals gewaarborgd bij de in B.7 vermelde grondwets- en verdragsbepalingen, doordat zij overheidsinmengingen in dat grondrecht toelaten die niet evenredig zijn met de door de wetgever nagestreefde doelstellingen.

Die klagenden Parteien sind der Auffassung, dass verschiedene Aspekte des angefochtenen Gesetzes nicht vereinbar seien mit dem Recht auf Achtung des Privatlebens, so wie es durch die in B.7 angeführten Verfassungs- und Vertragsbestimmungen gewährleistet werde, indem dadurch Einmischungen der Behörden in dieses Grundrecht zugelassen würden, die unverhältnismäßig seien gegenüber den Zielen des Gesetzgebers.


In het eerste en het tweede onderdeel van het tweede middel voeren de verzoekende partijen, onder meer, aan dat artikel 44/5, § 6, van de wet op het politieambt en artikel 36ter, § 4, van de Privacywet, zoals ingevoegd bij de artikelen 12 en 41 van de bestreden wet, niet bestaanbaar zijn met het recht op eerbiediging van het privéleven, zoals gewaarborgd door de in B.7 vermelde referentienormen, doordat de personen van wie gegevens in de politionele databanken worden verwerkt, geen recht op toegang tot de hen betreffende gegevens zouden hebben, niet in de mogelijkheid zouden verkeren om die gegevens te laten verbeteren of uitwissen en ter zake evenmin zouden beschikken over een rechtsmiddel.

Im ersten und im zweiten Teil des zweiten Klagegrunds führen die klagenden Parteien unter anderem an, dass Artikel 44/5 § 6 des Gesetzes über das Polizeiamt und Artikel 36ter § 4 des Gesetzes über den Schutz des Privatlebens, eingefügt durch die Artikel 12 und 41 des angefochtenen Gesetzes, nicht vereinbar seien mit dem Recht auf Achtung des Privatlebens, so wie es durch die in B.7 angeführten Referenznormen gewährleistet werde, da die Personen, deren Daten in den polizeilichen Datenbanken verarbeitet würden, kein Recht auf Zugriff auf die sie betreffenden Daten hätten, nicht die Möglichkeit hätten, diese Daten berichtigen oder löschen zu lassen, und diesbezüglich ebenfalls nicht über ein Rechtsmittel verfügten.


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij twee arresten, nrs. 235.137 en 235.136, van 20 juni 2016 respectievelijk inzake de vzw « Algemene Vereniging van de Geneesmiddelenindustrie » en de nv « Roche » en in zake de vzw « Algemene Vereniging van de Geneesmiddelenindustrie » en de nv « Amgen », tegen de Belgische Staat, tussenkomende partij : de nv « Sandoz », waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 27 juni en 11 juli 2016, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Zijn artikel 1, 15°, [van het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot vaststelling van de procedures, termijnen en voorwaarden inzake de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor ...[+++]

Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 In zwei Entscheiden Nrn. 235. 137 und 235.136 vom 20. Juni 2016 in Sachen der VoG « Association Générale de l'Industrie du Médicament » und der « Roche » AG beziehungsweise der VoG « Association Générale de l'Industrie du Médicament » und der « Amgen » AG gegen den belgischen Staat - intervenierende Partei: die « Sandoz » AG -, deren Ausfertigungen am 27. Juni und am 11. Juli 2016 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen sind, hat der Staatsrat folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Stehen Artikel 1 Nr. 15 [des königlichen Erlasses vom 21. Dezember 2001 zur Festlegung der Verfahren, Fristen und Bedingungen in Bezug auf die Beteiligung der Gesu ...[+++]




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'verdragsbepalingen door de bestreden wetsbepaling zouden' ->

Date index: 2022-07-26
w