Snappe, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 1 oktober 2015 i
n zake Joost Berckx tegen Veerle Van Raemdonck, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen
op 12 oktober 2015, heeft Hof van Beroep te Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 1211, § 2, zesde lid Ger.W (zoals gewijzigd d
...[+++]oor artikel 5 van de wet van 13 augustus 2011 houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling) de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6.1 EVRM, voor zover deze wetsbepaling inzake gerechtelijke vereffening-verdeling elk rechtsmiddel uitsluit tegen een rechterlijke beslissing aangaande de vervanging van een notaris-vereffenaar terwijl rechtsmiddelen niet zijn uitgesloten tegen een rechterlijke beslissing tot aanwijzing van een notaris-vereffenaar met toepassing van artikel 1210, § 1 Ger.W. ?Snappe, T. MerckxVan
Goey, P. Nihoul, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten E. De Groot, erlässt nach Beratung folge
nden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Entscheid vom 1. Oktober 2015 in Sachen Joost Berckx gegen Veerle Van Raemdonck, dessen Ausfertigung am 12. Oktober 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Appellationshof Gent folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 1211 § 2 Absa
...[+++]tz 6 des Gerichtsgesetzbuches (in der durch Artikel 5 des Gesetzes vom 13. August 2011 zur Reform des Verfahrens zur gerichtlichen Auseinandersetzung und Verteilung abgeänderten Fassung) gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 6 Absatz 1 der Europäischen Menschenrechtskonvention, insofern diese Gesetzesbestimmung in Bezug auf die gerichtliche Auseinandersetzung und Verteilung jedes Rechtsmittel gegen eine gerichtliche Entscheidung bezüglich der Ersetzung des Notars-Liquidators ausschließt, während in Anwendung von Artikel 1210 § 1 des Gerichtsgesetzbuches Rechtsmittel gegen eine gerichtliche Entscheidung zur Bestellung eines Notars-Liquidators nicht ausgeschlossen sind?