4. Natuurlijke personen die op de datum van aanneming van deze richtlijn in een Lid-Staat over een vergunning beschikken om beleggingsdiensten aan te bieden, worden geacht in de zin van deze richtlijn over een vergunning te beschikken, mits zij voldoen aan de voorwaarden van artikel 1, punt 2, tweede alinea, tweede streepje en artikel 1, punt 2, derde alinea.
(4) Natürliche Personen, die zum Zeitpunkt der Annahme dieser Richtlinie in einem Mitgliedstaat für die Erbringung von Wertpapierdienstleistungen zugelassen sind, gelten als zugelassen im Sinne dieser Richtlinie, sofern sie die Bedingungen von Artikel 1 Nummer 2 Absatz 2 zweiter Gedankenstrich und Artikel 1 Nummer 2 Absatz 3 erster bis vierter Gedankenstrich erfuellen.