1. Wanneer een lidstaat constateert dat de exploitatie van een installatie significante negatieve effecten op het milieu van een
andere lidstaat zou kunnen hebben of wanneer een lidstaat die significante schade zou kunnen lijden, daarom verzoekt, doet de lidstaat op het grondgebied waarvan d
e aanvraag voor een vergunning overeenkomstig artikel 4 of artikel 21, lid 2, is ingediend, de andere lidstaat alle informatie die overeenkomstig bijlage IV verstrekt moet worden of beschikbaar moet worden gemaakt, toekomen op
...[+++]het tijdstip waarop hij die informatie beschikbaar stelt voor het publiek.
(1) Stellt ein Mitgliedstaat fest, dass der Betrieb einer Anlage erhebliche nachteilige Auswirkungen auf die Umwelt eines anderen Mitgliedstaats haben könnte, oder stellt ein Mitgliedstaat, der möglicherweise davon erheblich berührt wird, ein entsprechendes Ersuchen, so teilt der Mitgliedstaat, in dessen Hoheitsgebiet die Genehmigung nach Artikel 4 oder Artikel 21 Absatz 2 beantragt wurde, dem anderen Mitgliedstaat die nach Anhang IV erforderlichen oder bereitgestellten Angaben zum gleichen Zeitpunkt mit, zu dem er sie der Öffentlichkeit zur Verfügung stellt.