Uit het voormelde artikel 101, § 4, van het decreet van 18 mei 1999 vloeit voort dat die aanvulling door de valideringsbeslissing terugwerkende kracht heeft vermits de handelingen die op het ogenblik van hun uitvoering afweken van die vergunning onweerlegbaar worden geacht vanaf de aanvang van de uitvoering van de werkzaamheden op een planconforme wijze te zijn verricht.
Aus dem vorerwähnten Artikel 101 § 4 des Dekrets vom 18. Mai 1999 ergibt sich, dass diese Ergänzung durch die Bestätigungsentscheidung Rückwirkung hat, da unwiderlegbar davon ausgegangen wird, dass die Handlungen, die zum Zeitpunkt ihrer Ausführung von dieser Genehmigung abwichen, ab dem Beginn der Ausführung der Arbeiten gemäss dem Plan ausgeführt wurden.