8. Indien een kredietinstelling die een dochteronderneming is van een moederonderneming die zelf en kredietinstelling is, een vergunning heeft gekregen en in een andere lidstaat gelegen is, passen de bevoegde autoriteiten die de vergunning hebben verleend, op deze instelling de in lid 5 bedoelde voorschriften toe, op individuele basis, dan wel, in voorkomend geval, op basis van subconsolidatie.
(8) Wenn ein Kreditinstitut ein Tochterunternehmen eines Mutterunternehmens ist, das ein Kreditinstitut ist und in einem anderen Mitgliedstaat eine Zulassung erhalten und seinen Sitz hat, so wenden die zuständigen Behörden, die diese Zulassung erteilt haben, auf dieses Kreditinstitut die Vorschriften gemäß Absatz 5 auf der Basis der Einzelbetrachtung oder gegebenenfalls auf der Basis der Unterkonsolidierung an.