16. is van oordeel dat niet alleen bemiddeling, maar ADR in het algemeen (artikel 8 van Richtlijn 2008/52/EG) op verjaringstermijnen van invloed moet zijn; erkent het risico van de vele vormen van ADR en het gevaar van misbruik door de vertraging van gerechtelijke procedures; stelt vast dat de haalbaarheidsstudie naar het Europees contractenrecht voorziet in opschorting van de verjaring in het geval van arbitrage- en bemiddelingsprocedures, en in sommige andere ADR-situaties; vraagt de Commissie haar werkzaamheden hieraan voort te zetten;
16. vertritt die Auffassung, dass nicht nur die Mediation, sondern die alternative Streitbeilegung generell (Artikel
8 der Richtlinie 2008/52/EG) Auswirkung auf Verjährungsfristen haben sollte; verweist auf das Risiko aufgrund der vielen Formen alternativer Streitbeilegung sowie auf die Gefahr einer missbräuchlichen Verschleppung von Gerichtsverfahren; stellt fest, dass in der Machbarkeitsstudie zum europäischen Vertragsrecht eine Aussetzung der Verjährungsfrist im Falle von Schieds- und Mediationsverfahren sowie in einigen anderen Situationen alternativer Streitbeilegung vorgesehen ist; fordert die Kommission auf, die entsprechenden
...[+++]Arbeiten fortzusetzen; 
