2.2.1. Er wordt voor gezorgd dat ook op luchthavens die naar nationaal recht niet als verkeersluchthavens zijn aangemerkt ("secundaire luchthavens"), maar die officieel voor vluchten uit of naar derde landen zijn opengesteld, personencontroles overeenkomstig de artikelen 5 bis tot en met 11 worden uitgevoerd.
2.2.1. Es wird sichergestellt, dass auch auf Flugplätzen, die nach dem jeweiligen nationalen Recht nicht den Status eines internationalen Verkehrsflughafens haben, jedoch für Flüge in oder aus Drittstaaten amtlich freigegeben sind ("Landeplätze"), Personenkontrollen nach den Artikeln 5a bis 11 durchgeführt werden.