Overwegende dat bij de toetreding van de drie nieuwe lidstaten op 1 januari 1995, in de Verordeningen (EEG) nr. 1898/87 en (EG) nr. 2991/94 niet is voorzien in een overgangsperiode voor merken waar
in de gereserveerde verkoopbenaming "boter" is opgenomen en die worden gebruikt voor producten die niet aan de vastgestelde crit
eria voldoen; dat, aangezien een aanpassing een aanzienlijke economische inspanning vergt, deze situatie nadelig is voor de producenten die houder zijn van dergelijke geregistreerde merken; dat derhalve moet worde
...[+++]n voorzien in een overgangsperiode waarin deze producenten zich aan de nieuwe situatie kunnen aanpassen; dat dit uitsluitend geldt voor geregistreerde merken die gebruik maken van de verkoopbenaming "boter";
Im Zusammenhang mit dem Beitritt der drei neuen Mitgliedstaaten am 1. Januar 1995 wurden weder durch die Verordnung (EWG) Nr. 1898/87 noch durch die Verordnung (EG) Nr. 2991/94 Übergangszeiträume für die Anwendung von Markenzeichen vorgesehen, welche die Verkehrsbezeichnung "Butter" im Fall von Erzeugnissen einschließen, die den geltenden Kriterien nicht entsprechen. Dies wirkt sich angesichts des durch die Neuregelung bedingten erheblichen wirtschaftlichen Aufwands für die Hersteller nachteilig aus, die solche Markenzeichen anwenden dürfen.