De lidstaten zien erop toe dat de bij deze richtlijn vastgestelde eis inzake aanvullende certificering voor het intracommunautaire handelsverkeer van ziektegevoelige dieren en van van dergelijke dieren verkregen producten, gehandhaafd blijft totdat de lidstaat of het gebied in een lidstaat de status vrij van mond- en klauwzeer en van besmetting opnieuw heeft verkregen overeenkomstig de artikelen 60 en 61.
Die Mitgliedstaaten tragen dafür Sorge, dass die in dieser Richtlinie vorgesehenen zusätzlichen Bescheinigungen für den innergemeinschaftlichen Handel mit Tieren empfänglicher Arten oder von ihnen gewonnenen Erzeugnissen so lange vorgeschrieben sind, bis der betreffende Mitgliedstaat oder der betreffende Teil des Hoheitsgebiets eines Mitgliedstaats den Status der MKS-Freiheit gemäß Artikel 60 und 61 wiedererlangt hat.