2. Wanneer de cliënt niet fysiek aanwezig was voor de identificatie, verlangen de lidstaten dat voornoemde instellingen en personen specifieke en afdoende maatregelen nemen om het hogere risico te compenseren, door bijvoorbeeld een of meer van de volgende maatregelen:
(2) In den Fällen, in denen der Kunde zur Feststellung der Identität nicht physisch anwesend war , schreiben die Mitgliedstaaten vor , dass die dieser Richtlinie unterliegenden Institute und Personen spezifische und angemessene Maßnahmen ergreifen, um das erhöhte Risiko auszugleichen, indem sie beispielsweise eine oder mehrere der folgenden Maßnahmen anwenden :